LE DOCTEUR

Tekst + foto: © Catherine Morel en Günther Biesbrouck 

Tussen Kruidtuin en Noordstation, aan het begin van de Linnéstraat vlak bij het Sint-Lazarusplein, vind je een bijzonder restaurant. Le Docteur valt misschien niet meteen op, maar hier, aan de rand van de rosse buurt, schrijven uitbaters Raphael en Agnes al meer dan 20 jaar mee aan het verhaal van hun Tennoodse wijk. 

Raphael Greci Spada, geboren en getogen in de wijk, is de derde generatie die Le Docteur uitbaat. In 1953 begon zijn Italiaanse grootvader het Restaurant de Parme. Op een middag kwam een bouwvakker met rugpijn er eten en na de maaltijd kon hij op miraculeuze wijze beter werken dan de jongelui op de werf. Sindsdien gaf hij iedere collega die zich bezeerde de raad: “Va chez le docteur!”, en het restaurant kreeg een nieuwe naam.  

Sinds 2004 runt Raphael Le Docteur. Hij was nochtans helemaal niet voorbestemd om restauranthouder te worden: als professioneel autocoureur werd hij liefst dertien keer Belgisch kampioen in het karten. Agnieszka, zijn Poolse echtgenote, werkte daarentegen al twee jaar in de keuken van Le Docteur toen het restaurant destijds werd overgelaten en het koppel besloot om de stap te zetten.  

Met een website in zestien talen lijkt het meteen duidelijk dat dit Italiaanse lunchrestaurant, met stevige accenten uit de Belgisch keuken, zich richt op het diverse publiek dat kosmopolitisch Brussel kenmerkt. Behalve de occasionele toerist of de toevallige passant bestaat het cliënteel voornamelijk uit zakenmensen en bedienden uit de omliggende kantoorgebouwen, en een dozijn buurtbewoners die je kan beschouwen als deel van het meubilair. Van een aantal senioren uit de wijk heeft Raphael zelfs de huissleutels. Hij ziet zich dan ook als hun oppas, “le baby-sitter”, en speelt regelmatig taxichauffeur voor hen.  

Zowel buiten als binnen Le Docteur monden ontmoetingen uit in vriendschappen en samenwerking. Het gebeurt regelmatig dat ambtenaren en buurtbewoners aan dezelfde tafel aanschuiven. “Kijk, daar achterin het restaurant zitten ze naast elkaar, zoals op school”, lacht Raphael. 

Tijdens de coronaperiode namen de problemen in de wijk heel erg toe. Denk aan straatgevechten, openlijk druggebruik en inbraakpogingen. Hoewel dit geen invloed had op het cliënteel, speelde de gedachte wel om huis en restaurant te verkopen en andere oorden op te zoeken. Maar in plaats daarvan besloten Raphael en enkele positief ingestelde buurtbewoners een wijkcomité op te richten. De gemeentelijke autoriteiten werden geactiveerd en samen werkten ze aan de verfraaiing van de buurt en de verbetering van de levenskwaliteit. De nette straathoek en de bloemen voor het restaurant zijn zichtbare resultaten, de toegenomen cohesie onder de buren is een minder tastbaar maar nog veel mooier gevolg.  

Het authentieke interieur uit de jaren 50 werd in de loop der jaren met een likje witte verf opgefrist. De oude, inmiddels versleten meubels werden vernieuwd en een aantal plankjes uit het originele parket dienden vervangen te worden na een ongelukje met de koffiemachine, maar verder bleef het binnenwerk onaangeroerd.

Raphael schenkt ons nog een digestiefje in. “We wonen hier echt wel in een maffe buurt. Alles vind je hier!”, zegt hij. “Ik kan niets bedenken dat je hier niet vindt! Je hebt er alle soorten winkels, ziekenhuizen, scholen, en het is dicht bij het station. “The place to be!